Uitvaartgedichten
Een gevoel na een overlijden is vaak moeilijk in woorden uit te drukken. Uitvaartgedichten kunnen waardevol zijn voor zowel de rouwkaart of om te gebruiken tijdens een afscheidsbijeenkomst.
1
Samen gelachen,
samen geleefd.
Alweer een paar dagen uit het oog,
nu voor altijd een speciale plaats in mijn hart.
2
Je hebt je strijd dapper gestreden,
rust nu maar uit.
Dag .......
3
Lieve ......
we bewonderen je kracht die je leven gaf.
Moedig was je strijd.
We gaan je missen.....
4
Herinner mij niet in sombere dagen,
herinner mij in de stralende zon,
hoe ik was, toen ik alles nog kon.
5
Een schitterend leven van ....jaren
Kwam plotseling tot bedaren.
6
Elke dag was voor jou een feest,
en toen was het stil......
7
Je bent in je strijd tot het uiterste gegaan,
niemand kan begrijpen wat jij hebt doorstaan.
8
....jaar samen
samen gelachen
samen gehuild
maar altijd hand in hand
samen verder.
9
Eenvoud is het kenmerk
van het ware
10
Zoveel herinneringen samen
zoveel dingen die mij aan jou verbindt
Ik weet zeker dat ik dat nooit bij een ander vind.
11
Hier klonk van liederen en overmaat
Nu is alles met stomheid geslagen
Dag, allerliefste......(naam)
12
Er zijn geen woorden voor een zieke,
van wie je weet; Zij redt het niet
Je streelt haar wang, je ziet haar ogen,
je bent bevangen door verdriet.
Toch ben je dankbaar voor haar einde,
dat na zoveel moedig strijden kwam,
omdat het niet alleen haar leven,
maar ook haar lijden overnam.
13
Het geluk is van glas;
juist als het eindelijk glanst
breekt het stuk.
14
Nooit zal ik je vergeten,
we hebben elkaar steeds in de ogen gekeken.
Jouw lach zit in mijn herinnering gesloten,
we hebben vele vreugdevolle items besproken.
Je bent niet van mij weggegaan,
we ontmoeten elkaar in een volgend bestaan.
Onze liefde hebben we aan elkander gegeven,
jij en ik hebben veel geleerd van dit leven.
Daarom moet afscheid niet treurig zijn,
maar het gevoel van warme zonneschijn.
Ook voor hen die hier op aarde blijven kan de liefde helen,
ik dank het bestaan dat we de liefde hebben mogen delen.
RFW
15
Als het leven een vijand wordt,
komt de dood als een vriend.
16
Te snel voorbij,
de vele dromen.
Oneerlijk is het lot,
dat nu is gekomen
17
Zij/hij heeft haar/zijn leven geleefd;
op haar/zijn manier gedaan
Een uniek mens is van ons heengegaan
18
Afscheid nemen doet zo'n pijn,
toch vonden we het fijn,
om tot het laatste moment bij je te zijn.
19
Waar God van houdt,
neemt hij vroeg tot zich.
20
Veel te vroeg heb je ons verlaten,
waarom hadden wij nooit iets in de gaten?
21
'n Beetje
Sterven doe je niet ineens
maar af en toe een beetje
en alle beetjes die je stierf,
't is vreemd, maar die vergeet je
Het is je dikwijls zelf ontgaan,
je zegt: "Ik ben wat moe"
Maar op een keer dan ben je,
aan je laatste beetje toe.
(Toon Hermans)
22
Zo dapper heb je gestreden,
en zo moedig heb je het aanvaard
Rust zacht lieve .....(naam)
we zullen je erg gaan missen
22
Elke dag opnieuw beginnen
je weg te vinden
om het leven te beminnen
23
Zo bijzonder
Zoveel wils- en levenskracht
zo moedig,
Zo'n ongelijke strijd
24
Een moeder sterft altijd te vroeg
al wordt ze nog zo oud.
Je bidt dat God haar sparen zal,
omdat je van haar houdt.
Maar als de jaren knellen gaan,
zij ziek wordt, moe en oud.
Bid je dat God haar halen zal,
omdat je van haar houdt
25
Veilig in Jezus' armen
veilig aan Jezus' hart
26
De strijd opgegeven,
vaarwel mijn liefste
27
Waar mensen, mensen zijn,
die elkaar verstaan.
Waar liefde, liefde is,
daarheen wil ik gaan.
Waar het eeuwig vrede is,
waar de zon altijd schijnt
Waar de nieuwe wereld is,
die niet meer verdwijnt.
28
Waar je ook bent, ik zou het niet weten.
Niet in tijd of afstand te meten.
Ik heb je bij me, diep in mij,
daarom ben je zo dichtbij.
29
Zij die zonlicht brengen
in het leven van anderen
worden zelf ook aangeraakt,
door warmte en licht.
30
Leven is eeuwig
en liefde onsterfelijk
en de dood is slechts een horizon
en een horizon is niets dan een grens
aan ons gezichtsvermogen
31
Als verstand en gevoel in harmonie samen gaan
zal de symphonie nooit vals klinken
32
En dan kun je alleen maar stil zijn,
waar haal ik nu mijn woorden vandaan?
33
Mamma, ....wij zijn nog zo klein
waarom nu, het was zo fijn.
Je aai, je grapjes, je lieve lach
we missen het iedere dag.
Voor altijd zit je in ons hart
op een plaatsje, heel apart.
34
.....en toch steeds weer
zullen we je tegen komen.
Zeg nooit: "Het is voorbij"
Slechts je lichaam werd ons ontnomen
niet wat je was en ook niet wat je zei.....
35
Drievoudig is de gang des tijds
Dralend komt de toekomst nader
Pijlsnel is vervlogen het heden
Eeuwig stil staat het verleden
36
Bij het denken aan de liefde
heb ik de liefde lief.
En het is de liefde tot u Geliefde
die mij tot die liefde hief.
37
Fijne herinneringen geven ons kracht,
Jouw liefde voelen wij altijd om ons heen.
38
Als leven lijden wordt,
is sterven een verlossing
39
Uit de nacht rijst morgenrood,
het leven uit de dood.
40
Midden uit het volle leven
vanuit een druk bestaan
is plotseling van ons heengegaan.....(naam)
41
Verrijzen is ons geloof,
weerzien onze hoop,
gedenken onze liefde.
Onder Gods handen leef ik mijn leven,
In Gods handen geef ik mijn leven terug...
Jullie, die mij zo liefgehad hebben,
let niet op het leven wat ik afgesloten heb,
maar op het leven dat ik begin.
(Sint Augustinus)
42
Waarom al dat vechten
Waarom al die pijn
Je wilde hier niet weg
je wilde bij ons zijn
De strijd was oneerlijk
en geheel niet terecht
Je wilde graag verder
maar verloor dit gevecht.
43
Hij/Zij was er altijd voor iedereen,
maar nog zoveel te doen,
zoveel te geven,
hij/zij was nog niet klaar met dit leven.
44
Veel fijne herinneringen,
Verzachten onze smart
Voorgoed uit ons midden,
Voor altijd in ons hart
45
Er was altijd:
Zoveel liefde
Zoveel gezelligheid
Zoveel gelach
Alles wat we nu nog hebben is
zoveel........stilte
Dag lieve.......(naam)
46
Het laatste beetje is nu op,
veel had ik te verduren.
Het kaarsje is nu opgebrand,
gedoofd zijn alle vuren.
47
Als de draad wordt door geknipt,
voel je pas de diepte van verbonden zijn.
Als de draad wordt door geknipt,
voel je pas de pijn van gewond en alleen te zijn.
48
Aan het roer dien avond stond het hart,
en scheepte maan en bossen bij zich in
en zeilend over spiegeling,
van al wat hij/zij geleden had
voer het met wind en schemering,
om boeg en tuig voorbij de laatste stad.
49
Een echte vriend(in) is van ons heen gegaan
die wetenschap is moeilijk te bevatten
wie zoals zij/hij in het leven heeft gestaan
was tot een zegen die niet is in te schatten.
50
Je vader blijft je vader
zo eigen en vertrouwd
Je wilt hem niet graag missen
omdat je van hem houdt
Maar eens dan komt de dag
dat je hem moet laten gaan
Je verstand zegt dat het goed is,
maar in je ogen blinkt een traan
51
Waarom al dat vechten,
waarom al die pijn?
Je wilde hier niet weg,
je wilde bij ons zijn.
De strijd was oneerlijk
en helemaal niet terecht
Je wilde graag nog verder
maar verloor dit gevecht.
(Ria Schut)
52
Elk leven heeft zin,
als men in vrede sterft.
53
Het verlies was er al voor het einde
de rouw voordat het afscheid kwam
toen die onzekere verwarring,
bezit van je gedachten nam
Vaak zullen we je nog tegen komen
met wat je was en wat je zei.
Je bent wel van ons weggenomen
maar een stuk van jouw, blijft altijd heel dichtbij.
Voor alles is een juiste tijd.
54
Nooit vragend, nooit klagend
Je lasten in stilte dragend
Je handen hebben voor ons gewerkt
Je hart heeft voor ons geklopt
Je ogen hebben ons tot het laatste moment opgezocht
55
Langzaam zie ik hen gaan
die ik nog bij mij had
de bocht om van het pad
wat gouddoorschenen stof
dan wordt het hof
nog stiller dan voorheen
De liefsten, een voor een
56
Het hart van de mens,
de bodem van de zee
beiden onpeilbaar
57
Wie bemind werd en beminde
laat meer dan een leegte achter
Hij is onvergetelijk, onherroepelijk
Zijn naam wordt genoemd,
zijn gezicht wordt niet gewist.
58
Uit de nacht rijst morgenrood
het leven uit de dood
59
Midden uit het volle leven,
vanuit een druk bestaan,
is plotseling van ons heen gegaan,...
60
Als het leven, lijden wordt
is sterven een verlossing
61
De zonnegloed van de liefde
Leidt de mens tot volmaaktheid
62
Mijn tranen vallen op je koude handen,
wanneer ik naar je kijk.
Telkens denk ik aan die handen,
nooit meer onder handbereik....
(Ria Schut)
63
In de schemer van zijn strijd,
heeft hij altijd gebeden tot Maria
Zijn onafscheidelijke beeldje
van rust en kracht.
64
Jouw verlies was er al voor het einde
de rouw, voordat je afscheid nam.
toen die zekere verwarring
bezit van jouw gedachten nam,
Wij voelen met jouw mee, jouw stil verdriet
Nu rouwen wij, maar treuren niet.
65
Het eindsignaal heeft geklonken
we staan allemaal buiten spel
geen extra tijd
geen score
de wedstrijd is afgelopen
66
Als je ouder wordt
en niet meer weet wie je bent
als je mensen ziet
maar ze niet echt meer herkent,
als je toch blijft strijden
om bij ons te leven
dan hopen wij
dat je nu de rust is gegeven.
67
Ware moed is niet geen angst te hebben,
maar de angst overwinnen.
68
Altijd voor een ander toegewijd
Soms ook een tikkeltje eigengereid
Sneller dan het leven dat zij heeft geleid
Werd zij ingehaald door de tijd
69
Het liefste wat ik heb bezeten
ruim .....jaar de spil van mijn bestaan
Vraag me niet dat te vergeten
en gewoon weer door te gaan
70
Nu moet ik verder zonder jouw
Je stem zal ik nooit meer horen
Nooit meer jouw armen om mij heen
Ik voel mij hopeloos alleen
De mooiste herinnering zal zijn
mijn hele leven met jouw, dat was fijn.
71
Ik heb een mooi leven gehad,
Ik heb er vrede mee.....
72
Wij hebben veel van je geleerd,
je leerde ons alleen niet,
wat het is om je te moeten missen
73
Er is zoveel te vragen,
er is zoveel verdriet.
Het leed der wereld dragen,
kan ik als mens toch niet?
74
Niemand die weten kan,
hoeveel ik van je hou.
Niemand die me troosten kan,
in mijn verdriet om jouw.
Niemand die begrijpen zal,
hoe vreselijk ik je mis.
Niemand die beseffen zal,
hoe erg mijn pijn wel is.......
75
Mensen gaan dood
dat hoort bij het leven
Dat weet klein en groot
Het gebeurt.....heel even
Maar wat moeten wij zeggen?
Onze moeder/vader is dood.
En dat herinnert men zich het hele leven.
76
Een markant persoon is niet meer
Een nestor viel weg,
Een reus is geveld,
zijn schaduw blijft.....
77
Altijd samen,
nooit alleen.
78
Zorgzaam en vriendelijk
niet op eigen gewin bedacht
Een mens dichtbij ons
Een mens om van te blijven houden.
79
Met een lach en een traan,
heeft hij/zij het leven verlaten
De rijke herinnering aan zijn/haar
bijzondere humor, kracht en
uitstraling dragen wij met ons mee
80
Weggaan......
weggaan maakt niet veel geluid
Niet meer dan herfstbladeren
die opstuiven in de wind.
De boom blijft verweesd achter
nu zijn/haar stem op het tuinpad ligt
en geluiden dempt
haast onhoorbaar.
Je voetstappen
die zich verwijderen
alleen wie achter blijft
weet hoe afscheid klinkt
81
Vroeger als klein kind
deed ik vaak alsof ik sliep
en zei mijn moeder:
maar achter dat gezicht lacht ze
Nu slaap ik, maar voor altijd
en ben blij, ik lach echt
want er is een einde aan de gevecht
82
Donkere dagen,
vol met vragen
verlangend naar jou
onbereikbaar vol kilte en kou
wil ik je laten weten,
dat ik van je hou
83
Onzegbaar stil en woordeloos
lag het einde in zijn ogen
De laatste draad was dun en broos
hij heeft zijn hoofd gebogen
84
Mensen komen en mensen gaan,
als de golven van de zee.....
85
Gun het mij,
ik rust even uit.
Ik ga jullie voor,
waar dat ook is.
86
Lieve .......
Zwijgzaam, stil en zonder vragen
Heb je je ziekte gedragen
Je vocht met al je levenskracht
voor elke nieuwe dag en nacht
Zo ben je langzaam moegestreden
van mij weggegleden
En na een dappere maar ongelijke strijd
uit je lijden bevrijd
Rust zacht lieve.......
87
Je weet best, al stierf je nu, op dit ogenblik,
hier alleen aan je tafel, dat je dan nog een enorme
bofkont bent geweest, zoveel karrevrachten vol geluk.
tegen maar een handje vol ellende.
88
Sociaal mens: warm betrokken en vol humor.
Inspiratiebron: oorspronkelijk en tegendraads
Samenbinder: trouw aan anderen en zichzelf
Aanjager: gedreven en voor niets en niemand bang
89
Je was een man van weinig woorden
Herkenbaar voor de gene die bij je hoorde
Een man, een vader, een opa op wie je kon bouwen
en wiens woord je kon vertrouwen
Zo bescheiden als je hebt geleefd
zo bescheiden ben je gestorven
90
Stil valt een donkerrood blad
onzichtbaar gaat land over in water
Hoe geurt de grijze nevel
91
En als de loopbaan is gelopen,
en het doel is bereikt.
Dan gaat de hemel voor hem/haar open,
hij/zij is voor eeuwig thuis gebracht.
92
Over de golven van de zee,
draagt de wind mijn lichaam mee.
Moe maar blij,
want het is eindelijk voorbij
93
O, wat zal het zijn,
Volmaakt en rein
Voor eeuwig met de Heer te zijn.
Als ook mijn lied,
Hem hulde biedt,
neen, zulk een sterven vrees ik niet
(Joh. de Heer, lied 802)
94
Ga nooit weg zonder te groeten,
ga nooit weg zonder een zoen.
Want wie het noodlot zal ontmoeten,
zal het morgen niet meer doen.
(Dolf Brouwers)
95
Maar vroeg of laat verschijnt het land
dat elk verstand te boven gaat
waar ik, in vreugde opnieuw ontmoet,
wie ik voorgoed was kwijtgeraakt
(Ton Fokke-Lambriex)
96
Vrije vogel,
je gebroken vleugel
werd te zwaar....
97
Dank je voor de hand die je toestak,
dank je voor de zorg die je bood,
dank je voor de woorden die je sprak,
dank je voor de glimlach die altijd te zien was,
dank je voor alles wat je gaf,
het was groots!
98
Als een klein vogeltje zo teer,
vloog zij langzaam neer,
moegestreden maar toch niet alleen,
ging je zacht van ons heen.
99
Je was de tijd kwijt,
en vele dingen
En dan ineens die glimlach
dat gebaar, een herinnering aan vroeger
Het hoorde zo bij jou
en jij hoorde zo bij ons.....
100
Je was, je bent en je was weer
Maar je blijft er altijd,
keer op keer.
Wij zullen je nooit vergeten
zo dynamisch en het er zijn
dat zullen wij altijd weten
Dank je dat je er was en bent.
101
't Verlies was er al voor het einde
de rouw al eer het afscheid kwam
toen die ellendige verwarring
bezit van je gedachten nam
Wij voelden mee, je stil verdriet
Nu rouwen wij, doch treuren niet
102
Als......
Als ik de dingen niet meer weet,
Als ik de dingen niet meer ken,
en al wat ik weet meteen vergeet,
zodat ik onherkenbaar ben,
herinner mij dan, stralend in de zon,
vol levenskracht toen ik alles nog kon.
103
God keek in zijn tuin en zag een leeg plekje
Hij keek naar beneden en zag een lachend gezicht
Hij sloeg zijn armen om hem/haar heen en zei:
"Kom maar met me mee."
104
Als onze liefde voor jou je had kunnen redden,
dan was je er nu zeker nog geweest
105
Hij had nog zoveel plannen
Hij wou nog zoveel doen.
Het is voorbij.
Het kan niet meer.
't Is niet meer dan, maar toen.
106
Moet het zo
Ja, het is maar even
Geboren en sterven
en daar tussen leven
107
Je gaf ons je liefde, bezorgdheid en trouw.
Wij hebben genoten van de jaren met jou
Wij weten dat het jouw goed heeft gedaan
maar wij zullen je missen bij het verder gaan.
108
Bij elk afscheid,
wordt een herinnering geboren.....
109
Als een ster sta je nu aan de hemel,
stralend kijk je op ons neer.
Zo zal je in mijn herinnering blijven,
telkens als ik naar boven kijk.
Keer op keer
110
...als ik er niet meer ben
wordt ik herinnering
daarmee voort te gaan
is goed......
111
We lieten jou los,
maar pakten je hand
en droegen jou tot
het einde.....
112
Een droom die geen bedrog is.....
113
Vaarwel, mijn wandelstaf!
En, gordel, wees ontbonden!
En,voeten, weest ontschoeid.
(Geert Gossaert)
114
Niet de tijd gaat voorbij,
maar jij en ik.
Buiten onze gedachten is geen tijd.
(Rutger Kopland)
115
Als het lichaam niet meer wil,
en het leven wordt een lijden,
kan men dankbaar zijn,
Als God het komt bevrijden...
116
Leven is eeuwig en liefde onsterfelijk,
en de dood is slechts een horizon.
En een horizon is niets anders,
dan een grens aan ons gezichtsvermogen.
117
't Scheepke onder Jezus' hoede,
Met zijn kruisvlag hoog in top.
Neemt als arke der verlossing,
Zielen, die in nood zijn, op.
En sta de zee dan hol en hoog
En zweep' de storm ons voort,
Wij hebben 's Vaders Zoon aan boord
En 't veilig strand voor 't oog!
118
Als je echt van iemand houdt,
iemand alles toevertrouwd
iemand hebt waarom je geeft
een die naast en in je leeft.
Dan pas voel je pas watleven is,
en dat liefde geven is.....
119
Dromen, mijn dromen,
Breng mij niet samen met die gene,
waarvan ik houd.
Als ik wakker wordt,
zal ik zo eenzaam zijn.....
120
Omdat er liefde is, bestaat er geen voorbij.
In alle eeuwigheid ben jij...
(Toon Hermans)
121
Langzaam ben je van ons weg gegleden
elke dag een beetje meer
Telkens werd je iets ontnomen
dat deed jouw en ons zeer.
Het is een gemis, een stille pijn,
Dat je nooit meer bij ons zult zijn.
122
De wind wordt nu wel heel erg kil.....
123
Ik zou zo graag,
heel even willen kijken,
en zien hoe het in de hemel is,
want er staat geschreven,
er is geen rouw of droevenis.
Een ieder die in God gelooft,
mag daar heerlijk, eeuwig leven
124
Strooi mijn as voor alle winden
Dat wat mijn lichaam was de weg kan vinden
Naar alles wat het zo beminde
Naar mijn liefste en mijn kinderen.
Naar wolken, strand en zee
En zich daarmee verbinden
125
Gezond mens,
kent gij de grens
tussen leven en dood
weet gij hoe groot
maar ook hoe klein
een grensvlak kan zijn
tussen lichaam en geest?
Als het uw tijd is geweest
en U zich niet meer opricht
ziet ge in het eeuwige licht
het einde van het levenslot:
Overgave aan God
(E.K.)
126
Mammie zijn is alles geven
zorgen en lijden, liefde en leven.
Mammie zijn is alles derven,
alles,.......en tevreden sterven
127
Niemand die het weten kan
hoeveel ik van je hou.
Niemand die mij troosten kan
In mijn verdriet om jouw
Niemand die begrijpen zal
Hoe vreselijk ik je mis
Niemand die beseffen zal
Hoe erg die pijn wel is.
128
Je bent er niet meer
en toch zal ik je begroeten
Ja elke dag weer
vele malen ontmoeten
Je handen, je lippen, je lach
Je bent bij me, iedere dag.
(Maarten van Rood)
129
Twee zielen gloende aen een gesmeed
of vast geschakelt en verbonden
in lief en leed
(J. van den Vondel)
130
Onze wegen scheiden zich nu even
en al is het veel te vlug
Straks, aan het einde van onze bestemming
zien we elkaar zeker terug
131
Ik ben een blad,
dat tussen al die andere
is gevallen op het pad.
Eerst nog groen
dan goud
dan bruin
dan slechts
een fijn geaderd silouet
dan geur
in voorjaars-aarde ingebed
132
Ons leven is een eiland in de Grote Oceaan
van genade en barmhartigheid
Eenmaal wordt het eiland overspoeld.....
133
De oostenwind die knakt mij niet
de westenwind verstrooit mij niet
en alle winden her en der
waaien mijn stengel niet omver
134
Wanhoop en woede, angst en verdriet
al deze gevoelens spaarden ons niet
Maar ook liefde en zorgzaamheid
hielpen ons gedurende zo'n lange tijd
het laaste stuk moest je alleen verder gaan
Lieve .......bedankt voor alles wat je voor ons hebt gedaan
135
Het leed, de pijn
het duister ontstegen
Opgegaan tot het Grote Eeuwige Licht
136
Als ik eens mijn ogen sluit,
en het leven vliegt eruit
En men vraagt:
Was het goed of matig?
Was het vlot of statig
Blijf bij die vraag niet langer stil staan
Vergeef me, ik heb mijn best gedaan.
137
Als een mens sterft,
is hij/zij als een regen druppel die in de oceaan valt.
Zijn/haar korte individuele bestaan houdt op,
en wordt weer een met de grote oceaan van het zijn.....
138
Regenboog
Een kleurenspel van de natuur.
Een onzekere hemel.
Zon en regen, werelds stuur.
Vloeiend zichtbaar voor het oog.
Als een schouwspel.
Onbereikbaar hoog.
Kleuren die vervagen.
Enkele minuten.
Lachend door de hemel gedragen.
139
Verlangen
Het verlangen groeit in mij.
Ik kan niet wachten.
Het is nog niet voorbij.
Steeds opnieuw keer op keer.
Waarom doet het zo zeer.
Het verlangen groeit in mij.
Gedachten, gevoelens.
Vogelvrij.
140
Moed
Als je iets bent verloren,
iets waar je zo voor gevochten hebt.
Gevochten met heel je leven.
Verloren, niemand die je het terug kan geven.
Je had hoop en verwachte veel.
Moest het nu zo gaan?
Je laat een stille traan, één die eeuwig zal duren.
Een traan die je in de verkeerde richting kan sturen.
Maar blijf het proberen.
Houd je hoofd geheven.
Dan zal het zicht anders zijn.
Al is het voor even.
141
Afscheid nemen, dat wil je niet.
Het doet pijn, geeft veel verdriet.
Afscheid nemen was deze keer:
"het is goed (naam), vecht maar niet meer".
142
Waarom jij, kom ik nooit te weten
Ik wilde nog zo graag voor je zorgen.
Intens verdrietig, nooit meer te kunnen zeggen:
"Trusten lieverd, tot morgen".
143
Niemand kent het gewicht van de last,
waaronder een ander gebukt gaat.
144
't Hijgend hert, de jacht ontkomen,
schreeuwt niet sterker naar
't genot van de frisse
waterstromen.
145
Iedere dag werd de wereld kleiner
de mogelijkheden minder
de levenswil bleef
het leven niet.
146
van niemand spreekt zij kwaad
de liefde is haar kameraad
haar mooiste woord
haar laatste daad.
147
"Wat uiteindelijk rust zal brengen
is het aanvaarden van datgene wat
niet uitgelegd kan worden."
148
Is het je nooit
opgevallen dat
in de natuur
alles zijn weg zoekt
naar Het Licht ?
149
Moederdag bracht ons verdriet,
maar gelukkig weet moeder het niet.
150
Je lieve lach, je enthousiasme
Je vrolijkheid en het plezier
dagen, nachten, vele tijden
waren we samen, bij elkaar
samen werken, feesten, lachen
voor iedereen en altijd stond jij klaar.
151
Vroeger zei je: "Ik leef zo graag",
maar je was moe, zo moe vandaag,
op .........dag ging je eindelijk rusten.
"Dag lieve ma, bedankt en welterusten."
152
Geluk is een zeldzame vogel,
die wegvliegt
wanneer we hem het hardst nodig hebben.
Maar misschien zit hij morgen weer
op de vensterbank.
153
Je wachtte op een wonder,
helaas het is nooit gekomen.
154
Als de dag van gisteren
de pijn van het verlies
met begrijpen nog niet verder
wat blijft is je aanwezigheid
in onze harten
155
Het maken van een wei vereist wat klaver en een bij,
een klavertje, een bij,
en dromerij,
genoeg is enkel dromerij
bij weinig bij.
156
Sterk en vrolijk wil ik leven
Sprankelend als een kind zo blij
Want als ik later dood ben
Is alle tijd voorbij.
157
Als een druppel kon zeggen hoeveel ik je mis,
dan regende het elke dag.
158
Als wij de doodsvallei betreen,
laat ons elk' aardse vriend alleen,
Maar Hij, de beste vriend in nood,
verzelt ons over graf en dood.
"Mijn oog zal op U zijn"
159
Hoe onmenselijk was de onzekerheid.
Hoe dramatisch is de zekerheid.
Wij kenden (naam) allemaal.
Wij delen het verdriet met (naam),
wij wensen jullie heel veel sterkte
en put kracht uit de herinnering.
160
En waar in 't landlijk huis de lieven wonen
Daar klopt het hart dat in zijn donkere slag
De liefde bindt van zonnen en aeonen
Aan die van vrouwenoog en kinderlach.
(In sterrennachten zal ik
naar je blijven zoeken.)
161
Langs het pad des levens
branden vele lichtjes
sommige groot, sommige klein
enige fel, andere fijn
altijd heeft zo'n vlammetje
zijn eigen tijds plannetje
Voor ons is hier (naam) zijn licht
een beetje gedoofd
maar zowel wij als (naam)
hebben altijd geloofd
dat er aan de andere kant
van de levenslijn
toch ook nog
vele branduurtjes zijn.
162
Het verdriet verdwijnt,
de liefde leeft voort.
163
Nu mijn levenseinde nadert
En ik zie wat ik heb volbracht
Denk ik, was het wel voldoende
Had men dit van mij verwacht
Maar het komt er nu niet meer op aan
ik heb oprecht mijn best gedaan.
164
The Lord's my Shepherd.....
165
De avond daalt;
er valt een vage schemer.
Ik zoek den vrede, dien de dag mij nam.....
166
Gij voeldt de vogels in de bomen.
Gij kleedt de bloemen op het veld,
O Heer, Gij zijt mijn onderkomen
en al mijn dagen zijn geteld.
167
Maar er was een andere rust:
die men in zichzelf kon vinden.
Zij heette, Laat jezelf vallen!
Verzet je niet!
Sterf graag! Leef graag!
168
Jij schonk ons vreugde, nooit verdriet.
Nu rest ons slechts een traan,
omdat jij zo plotseling bij ons bent weggegaan.
Bedankt voor al je liefde, je zorgen en je trouw.
Wij blijven in gedachten voor eeuwig steeds bij jou.
169
de dag valt
omhoog uit de
nacht
alles wordt zichtbaar
ik zie het einde
van mijn weg
mijn afgrond
ben bang
voor mijn nacht
die ik al in mij
draag en dan
zie ik mij vallen.
170
Waarom ?
Vandaag heb ik je begraven
Dat doet zo'n vreselijke pijn
Ik had je nog zoveel te vragen
Ik wil nog zo graag bij je zijn
Zo leeg en doelloos is nu mijn leven
Ik had je nog zo veel te geven.
171
Bemin uw naaste met de volle maat,
uw allernaaste zonder eigenbaat.
Let op het blinken van uw vluchtende uren;
heb lief, heb lief, want morgen is 't te laat.
172
Van de vele foto's die je hebt gemaakt
zullen we die ene nooit vergeten.
Dat is je eigen beeld
in de spiegel van het leven.
173
Wat is tijd
Zijn het minuten
Zijn het uren
Zijn het dagen
Zijn het nachten
Tijd en wijle
Of wijlen bij de tijd
Leven in de tijd
Of tijdelijk leven
Leven en geven
Geven en nemen
Lieven, leven geven en nemen
Bij tijd en wijle.
174
Zoals het leven is gegeven
Zo is het ook geschied
Alleen toen het terug werd genomen
toen wist jij het niet 'je sliep'
Dus slaap gewoon maar verder
Daar in dat Hemels bed
Daarboven bij de Herder
Het stond al klaar gezet.
175
Eens lang geleden
ver weg
was een jongen
die durfde dromen.....
176
God keek rond in zijn tuin
en zag een lege plaats.
Toen keek hij neer op onze aarde
en zag jouw moe gelaat.
Hij deed zijn armen om je heen
en nam je mee om uit te rusten.
Gods tuin moet wel prachtig zijn;
hij neemt alleen de beste.
177
een bijzondere vrouw was zij,
trots op haar zijn wij.
Alles heeft zij aan ons gegeven,
liefde tot het einde van haar leven.
Je bidt dat God haar sparen zou,
omdat je van haar houdt.
Helaas de strijd om het leven
heeft zij niet gewonnen,
maar wel de liefde waar het om
is begonnen.
Bedankt mam, voor wie je was.
178
Geen grens kan scheiden,
wat in de geest vereend behoedt:
de lichtende, en in liefde stralende
eeuwige zielsverbondenheid .
Zo ben ik in jouw gedachtenis,
en jij in de mijne.
179
het leven van alledag gaat voort
Zoals het ook behoort
Geluk, verdriet, wie kent het niet
Dat is het dagelijks lied.
180
Er is een tijd om te lachen
en een tijd om te huilen
een tijd om te leven
en een tijd om te sterven.
181
dromen die bedriegen
mijn lief, hoe ga ik stuk?
ik hoop zoals ik geleefd heb
pratend, genietend, lekker
druk
mijn lief, hoe zal ik sterven?
mijn lief, hoe ga ik stuk?
ik hoop zoals ik geleefd heb
dan ga ik per ongeluk.
182
Als een vogel, stil en plots
wiekt hij van hier,
't was goed, genoeg geweest ook,
zijn vrijheid tegemoet.
183
Heer, die mij ziet zoals ik ben,
dieper dan ik mijzelf ooit ken,
kent Gij mij, Gij weet waar ik ga,
Gij volgt mij waar ik zit of sta.
wat mij ten diepste houdt bewogen,
't ligt alles open voor uw ogen.
Gij zijt mij overal nabij,
uw ogen waken over mij
van toen ik vormloos ben ontstaan.
gij wist hoe het zou verder gaan.
ja, in uw boek stond reeds te lezen,
wat eens mijn levensweg zou wezen.
184
alle goede herinneringen blijven,
... maar er komen geen nieuwe meer bij.
185
De klus is geklaard
186
Je kunt niet meer verzorgen,
dan je al hebt gedaan;
je moet, die jou zo dierbaar is
naar elders laten gaan.
Dat zelf uit handen geven,
doet meer dan zomaar pijn;
het zal voor wie dat doormaakt,
haast niet te dragen zijn.
187
Je was een man van weinig woorden,
maar voor je warmte
was de strengste winter niet streng genoeg.
188
Jullie hebben mij geholpen in deze
moeilijke tijd en ik kan jullie niet meer
bijstaan, maar ik blijf jullie helpen.
189
Je eenzaam voelen in 't leven
Dat best nog wat te bieden had.
Alles had hij willen geven.
Aan ieder die hij aanbad.
De strijd die u moest leveren is verloren
Op de leeftijd van bijna tachtig jaar
Rust zacht lieve pa/ma... dicht bij elkaar.
190
Hoe is het mogelijk Heer, iedereen weet
dat hij sterfelijk is en
toch gedraagt iedereen zich alsof
hij eeuwig zal leven.
191
Ik wilde ik kon u iets geven
Tot troost, diep in dit leven.
Maar ik heb woorden alleen,
Namen en dingen geen.
192
Heer, herinner U de namen
van hen, die gestorven zijn,
en vergeet niet, dat zij kwamen
langs de straten van de pijn,
langs de wegen van het lijden,
door het woud der eenzaamheid,
naar het dag en nacht verbeide
Vaderhuis, hun toebereid.
193
Je handen hebben voor ons gewerkt
Je hart heeft voor ons geklopt
Je ogen hebben ons tot het laatst gezocht
Je liefde voor ons stond bovenaan
Wij moeten aanvaarden om zonder jou verder te gaan
194
Zonder iets te vragen
wist jij ons op jouw 'vleugels' te dragen
Blij want we hebben jou gekend.
Bedroefd, nu je er niet meer bent.
195
O vergeet niet dat steeds Hij
heel uw leven leidt.
Want Zijn liefde komt altijd
winnend uit de strijd.
196
Als twee werelden elkaar ontmoeten
Sta je daar vragend tussenin
Hoe zou je nu toch verder moeten
Heeft het leven nog wel zin
Maar komt de tijd der jaren
En leven neemt een vlucht
Het is niet te verklaren
Je vindt elkaar weer terug.
197
Hand in hand zijn wij gegaan
tot aan de drempel
Moegestreden,
door onze liefde omringd,
ben je van ons heengegaan.
198
Als ik de vogels
niet meer zie
en hoor
en de bloemen
niet meer ruik
en zie
Als er geen kinderstemmen
meer klinken
dan houdt het leven op
Dan is de wereld
voorbijgegaan.
200
Denk aan mij met een glimlach,
want zo wil ik in jullie gedachten zijn.
Maar als mijn heengaan alleen tranen wekt
denk dan niet aan mij,
want zo wil ik niet in jullie herinnering leven.
201
Dag lieve knul/meid,
je was zo klein
toch mocht je niet bij ons zijn.
Je hebt ons zelfs niet eens gekend,
wat hadden wij je graag verwend....
202
Waarom
daarom hebben wij
die handen en die armen
om als het koud wordt rond het hart
elkaar te verwarmen.
203
Eindeloos genieten.
Zo zou het altijd moeten zijn.
Licht en vredig alsof alles ineens
voor altijd en nooit weer is.
Geen lengte van dagen,
geen gevoel van weg te moeten en te huilen.
gaat meer iets voorbij.
204
In het gevecht was er geen enkele kans
de krokodil in mij had niets te geven
mijn paard ontsprong nog net de dans
zal hij in eeuwigheid voortleven ?
205
Ik vind je zo lief.
Glanzend rood
omrande ogen
turen
in een dood,
vragen om mededogen.
In vind je zo lief
als je triest
kunt zijn,
blij
en melancholiek
mag zijn.
Ik vind je zo lief
zoals alleen
jij kunt zijn.
206
Zoete aarde en noorderlicht vaarwel;
sinds Luthien Tinuviel
hier lag en lenig liep hier rond
onder de Maan, onder de Zon,
schoner dan mensentong beweert -
gezegend zijt gij immermeer.
207
Wat een lullig einde.
Je had een heel goed hart,
maar je bent in zoveel mensen teleurgesteld.
Heel veel hebben je pijn gedaan.
Ik heb gevochten voor je en had je terug,
maar niet voor lang helaas.
We houden van je. Dag Lief.
208
Wij zijn niet bedroefd omdat
we haar hebben verloren,
maar dankbaar dat
we haar hebben gehad.
209
Waar bloemen zijn is
het leven minder dor.....
210
Wees niet bedroefd om mij
die deez aard nu achter laat.
De strijd gaat door tussen
goed en kwaad,
Tot de liefde in Zijn oneindigheid
ook aan u Zijn hand heeft gereikt.
211
Wanneer het leven eindigt,
weten we wat de dood betekent
een grote leegte, die slechts gevuld wordt
met blijvende herinneringen aan hem die
ons zo dierbaar was.
212
Trouw,
Zorgzaam,
Liefdevol,
Genegenheid,
Dierenvriend,
Respectvol,
Vriendschap is Liefde.
213
onsterfelijk ligt niet in de dingen
die je nalaat,
Maar in de mensen die door jouw
leven zijn beroerd.
214
O, laat mij stille zijn,
Stille in U, God,
In mijn droeve pijn
Niet klagen nu !
Nimmer in strijd of smart
Liet Gij alleen,
Zacht legt Uw liefdearm
Zich om mij heen.
215
Na zoveel jaren onafscheidelijk,
komt deze scheiding wel heel hard aan.
Dat je op deze manier moest gaan had ik nooit
verwacht.
Je was m'n man/vrouw maar vooral mijn
vriend/in.
Ik zal je heel erg missen.
216
Kijk naar me uit in de regenboog
hoog in de lucht.
Kijk naar me uit als de zon weer opgaat
en de hele wereld nieuw is.
Hou dan van me op jullie manier
zoals ik van jullie gehouden heb.
217
ik voel je in mijn armen
ik voel je in mijn huid
al zou ik nog zo schrobben
dat gaat er nooit meer uit.
218
Ik mis je zo, ik mis je meer en meer.
Ik zie je in mijn dromen keer op keer.
Ik besef nu dat het nog lang niet over is,
omdat ik jou nog alle dagen mis.
219
Hoop
Hoe bedriegelijk de hoop ook zij,
zij dient ten minste om ons
langs een aangename weg naar
het einde des levens te voeren.
220
Het is zo stil, zo ongelooflijk stil; de leegte
en het gemis onbeschrijflijk .
Somewhere, someday, somehow.
Ik hou van je, zo immens veel.
Altijd bij jou, altijd bij mij.
221
Hoe langer het duurt, hoe langer
je liefhebt, maar wat heb je
lief, het verandert
steeds meer in steeds meer
zichzelf, zozeer in zichzelf
dat het sterft.
222
Dag klein ventje van ... jaar
voor dit was jij lang niet klaar
jij moest leven
knuffels geven
en nu ben jij niet meer daar
jij moest spelen
leren delen
en nog meer van het leven velen
dan ventje klein
nee, geen zonneschijn
maar regen op ons gezicht
zijn de tranen van dit gedicht.
Een reisje in een luchtballon
dag lieve (naam), tot achter de zon.
223
Een sterke persoonlijkheid en een sterk lichaam.
Ook een sterke man wordt ouder, maar dat te
accepteren valt niet mee. En iedere keer een beetje
van dat sterke inleveren, dat valt zeker niet mee.
Tot dat er niets meer in te leveren valt.
Wat dan nog overblijft, is broosheid en LIEFDE.
224
En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer
overvloedig moge zijn in helder inzicht en
alle fijngevoeligheid, om te onderscheiden,
waarop het aankomt.
225
De Heere antwoordde op mijn vragen:
"Wat jij door jouw verdriet niet ziet,
dat ene spoor, dat zijn jouw voetstappen niet,
Want toen jij het zo moeilijk had, toen heb ik
jou gedragen."
226
De vlieger is weggevlogen
en niet meer teruggekeerd.
Maar in ons hart leeft hij voort.
(Naam) is daar helemaal thuis
en blijft daar wonen,
ook al zien wij zijn vlieger niet meer.
227
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan,
zal ook wel wegen vinden
waarlangs mijn voet kan gaan.
228
De leraar is een sterveling,
de meester leeft voort in zijn wijze lessen.
229
De ziel is meer waar zij liefheeft,
dan waar zij het lichaam leven geeft.
230
Altijd rusteloos
maar deze rust komt te vroeg.
231
Een mens treurt niet om
wat de tijd wegneemt,
maar over de tijd die blijft.
232
Haar leed is geleden
De cirkel is rond
Nu krijgt ze de rust
Die ze hier niet meer vond.
233
Het wordt je laatste, grootste avontuur
De aarde is rond en uitgebreid,
en dicht liggen haar bossen
In een vreemd land,
een bij naam niet eens gekende stad
O laatste avontuur
Dag Pa.
234
Hij was voor mij het beste
wat mij in mijn leven is overkomen.
235
Ik ging weer weg
uit een leven.
Terug naar mijzelf.
Op weg naar huis
ging de zon onder,
over een wereld waarop
ieder zijn eigen ransel
draagt, maar hoe
verschillend zijn die ?
236
Jij ging door dalen in je leven,
klom eruit, toonde ons je kracht,
steeg, en zag de zon weer schijnen
en schonk ons je warmete
en genegenheid.
Graag hadden we hier nog
langer van willen genieten.
Onderweg naar verwezenlijking
van een wens,
werd je leven abrupt beeindigd.
Ons rest je kunst en
dierbare herinneringen.
237
Na een leven vol liefde en kracht
Naar een plaats waar zij werd opgewacht
En daar,
Na een scheiding van slechts een halfjaar
is zij nu met haar (naam)
voor eeuwig bij elkaar.
238
Pappa, jij hebt mij bij je genomen,
Zoals een kind alleen maar kan dromen,
Jij hebt mij gered,
met gevaar voor eigen leven,
Echte ouderliefde dat hebben jij
en Mamma mij gegeven,
Jullie zijn nu samen,
dat was jouw wens,
Pappa jij blijft in mijn herinnering
een fantastisch Mens.
239
en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen,
en de dood zal niet meer zijn.....
240
Uren dagen maanden en jaren
dat je uit ons midden bent
je karakter altijd goed gezind
nog altijd in onze gedachten
met herinneringen zo fijn
een jongen die altijd lachte
dat zal voor eeuwig zijn.
241
Memory is like a golden bridge
that keeps our hearts in touch
with all the long past yesterdays
and things we loved so much
242
Een brug van de een naar de andere kant,
die leidt naar het beloofde land.
Een mens die op die brug zal gaan,
op weg naar dat andere bestaan.
Haar lichaam hier, haar geest al daar,
in grote tweestrijd met elkaar.
Zij houdt nog vast, kan niet meer praten,
al haar geliefden los te laten.
Haar ogen waren zoekend rond,
er zweeft een glimlach om haar mond.
Dan is het of ze plotseling zwicht,
en ze aarvaardt, gaat op naar `t licht.
243
Niemand die het weten kan,
hoeveel ik van je hou.
Niemand die mij troosten kan,
in mijn verdriet om jou.
Niemand die begrijpen zal
hoe vreselijk ik je mis.
Niemand die beseffen zal
hoe erg die pijn wel is.
244
Een sterretje aan de hemel
is verlicht.
Het sterretje is alleen op jou
gericht.
Heb je pijn of verdriet,
kijk dan naar boven
want verdwijnen
doe ik niet.
Ik fonkel je s' avonds tegemoet
en geef je voor het slapen gaan
een lieve groet.
245
Een bloemetje van mij,
een bloemetje voor jou.
Het verteld in mijn hartje
hoeveel ik van je hou.
246
Waarom jij?
We zullen het nooit weten,
we zullen je missen maar
nooit vergeten.
247
Gek is dat,
dat soms de sterren mij wat
liefde kunnen schenken.
Want als ik naar de
sterren kijk
moet ik altijd aan je denken.
248
Ik zie je in bloemen
ik zie je in de zon.
Als ben je niet meer zichtbaar,
ik speur je warmtebron.
Steeds voel ik jou nabijheid,
steeds ben je om me heen.
Door wat we samen hadden
voel ik me niet alleen.
249
We hadden nog zoveel plannen,
we wilden nog zoveel doen.
Maar zonder jou zal mijn leven
nooit meer zijn als toen.
250
Even though you`re not right
beside me anymore,
your love is matched by
no other.
And I`m thankfull for the
greatest gift in my life,
that you are my mother.
251
Een moeder is vaak een
rots in de branding,
altijd sterk, altijd paraat.
Daarom is het best heel moeilijk
dat ze me hier op aarde verlaat.
Ik heb mijn moeder niet verloren,
daarvoor gaf ze mij teveel.
Wat zij me zei dat blijf ik horen,
van wat ik ben is zij mijn deel.
Ik kom haar overal tegen, in wat
ik doe en wat ik laat.
Zij was en blijft
voor mij een zegen
waarvan het spoor steeds
verder gaat.
252
Als de draad wordt doorgeknipt
voel je pas de diepte van verbonden zijn
als de draad wordt doorgeknipt
voel je pas de pijn van gewond en alleen zijn
253
De trein naar het hiernamaals
heeft coupes genoeg
die trein heeft nooit vertraging maar..
komt altijd te vroeg.
254
het is stil in mij
alleen loze woorden schieten voorbij
het is stil in mij
jou verliezen is zwaar
het is het stil in mij
mijn hoofd is leeg
het is stil in mij
ik zie je voor met je stralende lach
je mooie ogen je fijne karakter
zo zal ik jou blijven onthouden
maar op dit moment is het stil in mij.
255
onze ogen
turend
langs velden en wegen
nergens meer een glimp van jou
ogen gevuld met tranen.
256
En als ik dood ben, treur dan niet
Ik ben niet echt dood, moet je weten
Het is mijn lichaam dat ik achterliet
dood ben ik pas, als je mij bent vergeten.
257
Als een bloem zo is het leven
't begin is teer en klein.
De een die bloeit uitbundig
de ander geurt heel fijn.
Sommige bloemen blijven lang,
weer andere blijven even.
Vraag niet bij welke bloem je hoort,
dat is 't geheim van het leven.
(Lies Lammers- Jonker *1934 +2001)
258
Strooi uit mijn as
voor alle winden
dat, wat mijn lichaam was
de weg kan vinden
naar alles wat het eens beminde
naar wolk en zee
en zich daarmee
verbinden...
259
Niemand weet wat leven is
Alleen dat het gegeven is
En dat van dit geheimenis
God het begin en het einde is
260
Ik mis je in alles wat ik doe
je warmte en je woorden
je humor en blijmoedigheid
die bij elkander hoorden
je keek me altijd lachend aan
je hield zo van het leven
nu moet ik leren zonder jou
te houden van dit leven
261
Mijn laatste groet is voor hen die mij
in mijn onvolmaaktheid kenden
en mij liefhadden...
262
Er gebeuren zoveel dingen in je leven
ze gebeuren en gebeuren altijd nog
al stort je wereld in elkaar
je staat erbij en kijkt ernaar
ze gebeuren toch
(Toon Hermans)
263
Zomaar.......
Zomaar de lach van een spelend kind,
Zomaar een groet van een kennis of een vrind,
zomaar de wisseling van dag en nacht,
en dan plots.......zomaar het einde,
net toen je het niet had verwacht.
264
Een mengeling van pijn en tranen
met af en toe een sprankje hoop
gedreven door een sterke wilskracht
hoewel het einde nader sloop.
Je gedachtenis zal altijd blijven
te vroeg ben je van ons heen gegaan.
We houden van je en zijn je dankbaar
voor alles wat je heb gedaan
265
het universum is te klein
om deze leegte te vullen.
266
Op een klein kerkhofje,
in 't boerenland
daar ligt me vader begraven .
Ze hebben hem daar op een zeker dag heen gedragen.
Nog even om z'n graf gestaan,
hem toen alleen achter gelaten.
Zo heel alleen in de heldere zon,
straks in de regen en in de hagel.
De lente neemt de bloesems mee,
de zomer de zonnestralen.
De winter dekt hem met sneeuw,
het najaar met najaarsbloemen.
Komt de regen door de bladeren heen,
dan druppele kleine tranen.
Op een klein kerkhofje,
daar ligt m'n vader begraven.
267
Ik kan helaas geen afscheid nemen
Ik kan helaas niet bij je zijn
Maar ik denk aan jou en voel de pijn
Pijn die een leven lang zal duren
Het had ook anders kunnen zijn...
268
Waarom zijn er zoveel vragen
Waarom is er zoveel pijn
Waarom zijn er zoveel dingen
Die niet te begrijpen zijn
269
De mensen van voorbij
zij worden niet vergeten
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten
Bij God mogen zij wonen
daar waar geen pijn kan komen
De mensen van voorbij
zijn in het licht, zijn vrij
270
Er is niets dat moeilijker is
dan de dingen te wensen en
te aanvaarden zoals ze zijn
Wij vragen allemaal "waarom"?
Het antwoord verstilt
daar er geen antwoord is
271
We hielden innig van je
echtheid en waarheid
mens zonder franje
Ondanks alles
op zo'n verlies nooit voorbereid
272
Je was een rots in de branding
en koerste recht door zee
Je trotseerde storm en golven
alleen... je had de wind niet mee
273
Er zijn vragen gesteld in 't leven
waar de antwoorden zo moeilijk op zijn
Ze hoeven nu niet meer te worden gegeven
voorbij is 't zoeken, gestopt is de pijn
Je gebeden zijn verhoord
Hij kwam je halen, in ons leef je voort
274
Achter je ligt een leven van werken en plicht
en juist dat bepaalde in alles jouw gezicht
Flink was jij je hele leven
moedig ben je tot het einde gebleven
Flink wil je nu dat wij zullen zijn
maar afscheid nemen doet ons zo'n pijn
275
Nooit was iets teveel
u bezat zoveel liefde
en wij kregen allemaal ons deel
Er valt nu een groot gat
op de plaats waar eens
onze dierbare moeder en oma zat
U blijft altijd in onze harten voortbestaan
ook al is het heel erg moeilijk
zonder u verder te gaan
276
Moeder zijn is alles geven
zorgen, lijden, liefde en leven
Moeder zijn is alles derven
alles.... en tevreden sterven
277
Afscheid nemen is met dankbare handen
meedragen al wat herinnering waard is
278
Een hand, een woord, een gebaar doen zo goed
als je iemand die je lief hebt verliezen moet
De lege plek, het doet zo'n pijn
maar in gedachten zal hij altijd bij ons zijn
279
Niemand die het weten kan
hoeveel ik van je hou
Niemand die mij troosten kan
in mijn verdriet om jou
Niemand die begrijpen zal
hoe vreselijk ik je mis
Niemand die beseffen zal
hoe erg die pijn wel is
280
Een mengeling van pijn en tranen
slechts af en toe een sprankje hoop
Gedreven door een sterke wilskracht
hoewel het onheil nader sloop
Je gedachtenis zal immer blijven
te vroeg ben je van ons heengegaan
We houden van je en zijn je dankbaar
voor alles wat je hebt gedaan
281
Soms zie ik iets bekends
of voel ik wat vertrouwds
Dan is het weer heel even
net zoals vanouds
282
..... heeft zijn hand uitgestoken
......heeft hem gegrepen.
Samen gaan ze verder,
in de tuin waar eeuwig
de mooiste bloemen bloeien.
283
Veel fijne herinneringen
verzachten onze smart
Voorgoed uit ons midden
voor altijd in ons hart
284
Dit sterven is zo moeilijk te verwerken
zijn/haar leven was ons zoveel waard
hij was een van die stille harde werkers,
die iedereen, alleen zichzelf niet spaart.
285
Vrees niet,
ik ben niet dood.
In het hiernamaals leef ik verder
en zing ik weer de hoogste noot.
(P. van Hemert)
286
Ik heb de hemel bereikt
en mijn rust gevonden bij de Heer
moeten jullie mij geloven want
ik ben zo bang niet meer.
(P. van Hemert)
287
Ik ben misschien te jong gestorven,
maar mijn taak op aarde was volbracht
Nu zal ik over jullie waken
als een sterretje in de nacht
(P. van Hemert)
288
Je kunt niet altijd winnen
289
Pluk de dag
Pluk hem als een bloem
als een roos....
en bewonder hem iedere dag
Maar vergeet vooral niet
op te ademen van de geur
van de dag die je hebt geplukt
290
We konden elkaar niet loslaten
Je bent zolang gebleven als je kon
en tot het einde heb je gestreden
Niet totdat de dood ons scheidt,
maar tot in de eeuwigheid
Voor altijd in onze gedachten
en voor altijd in ons hart
Bedankt voor alleslieverd,
rust zacht.
291
De zon zal voor je stralen,
aan de andere kant
Hij is je komen halen
Wees vrij en laat je leiden
door Zijn hand.
292
Toen ik nog wakker lag
en dat gebeurde steeds vaker
dacht ik dikwijls
aan die lange slaap
die komen gaat
vooral dacht ik aan hen
die mij zo lief zijn
en die nog verder moeten
maar ooit
dan zien we elkaar weer..
...tot ziens
293
Kleine sterretjes als lichtpuntjes
tussen donkere wolken in
werden overschsduwd door wanhoop
niet wetend hier mee om te gaan
294
Een intens bewogen leven
het geluk hervonden
Deze strijd kon je niet winnen
295
Wat simpele lieve woordjes
zoveel warmte bij kil verlies
296
Langzaam verdween die moedige glimlach
van j elieve gezicht
om zich voor altijd verborgen...
te weten, in onze herinnering
297
God heeft ons geen kalme reis beloofd,
wel een behouden aankomst
298
Toen ik op deze aarde kwam
heeft iemand mij gebracht
Ik heb de weg niet zelf gevonden
door de donkere nacht
~
En als ik straks weer weg zal gaan
naar de eeuwig groene dalen
Dan zal mij vast en zeker
weer iemand komen halen
299
Ik voel de winden Gods vandaag,
vandaag heis ik het zeil
300
Beetje bij beetje heb je ons verlaten
We konden niet zo goed meer praten
De blik in je ogen deed ons vaak zee
De vrouw van vroeger was je nier meer
Maar nu je voorgoed bent heengegaan
zeggen we:
Dank je, voor alles wat je hebt gedaan
301
Als een goed kaptein
zijn route uitgezet
zijn koers gevaren
en
toen het te zwaar werd
met zijn schip ten onder gegaan
om zo voor eeuwig
in de zee op te gaan
302
Een geest zo sterk als een beer
Een lichaam uiteindelijk toch te teer
Een inzet niet te evenaren
Een wilskracht haast niet te bedaren
Een vechtlust bijna niet te temmen
Alleen iets bovenmenselijks
kon dit leven remmen
303
Je maakte je plannen, er kwam veel uit je
Je bouwde iets op, doch nu is het ingestort
Het is verdwenen....
Veel fijne herinneringen,
verzachten onze smart
Voorgoed uit ons midden
voor altijd in ons hart
304
Waarom zijn er zoveel vragen
Waarom is er zoveel pijn
Warom zijn er zoveel dingen
Die niet te begrijpen zijn
(Ria Schut)
305
Ik heb een heerlijk leven gehad
Mijn lieve .... is allang overleden
Ik wil nu graag naar hem toe
306
drie dingen treffen mijn gemoed
dat is sterven moet
Het tweede nog veel meer
dat ik niet weet wanneer
Het derde treft mij bovenal,
waarheen ik reizen zal
307
Samen hebben wij
je mogen bijstaan
in jouw laatste levensdagen
Het was fijn
om dit voor je te mogen doen
We zullen je erg missen
308
Bezige handen, nu gevouwen en stil
een leven vol ijver, zo was je wil
Nu heb je rust, met lichaam en geest
vaak zullen we denken aan wat is geweest
309
Aan het roer dien avond stond het hart
en scheepte maan en bossen bij zich in
en zeilend over spiegelingen
van al wat het geleden had
voer het met de wind en schemering
om boeg en tuig voorbij de laatste hand
(Gerrit Achterberg)
310
Wanneer je verdrietig bent
blik dan opnieuw in je hart
en je zult zien dat je huilt
om wat je vreugde schonk
311
Water bracht ons tezamen...
Vuur ontstaken we zelf...
Aarde zal ons omvatten...
Lucht is wat ons rest...
Dankbaarheid voor dit alles...
312
Lieve .....
Als de regendruppels wisten
hoeveel we je missen...
regent het vandaag de hele dag!
313
Met de jaren
moet er veel worden weggegooid
De gedachte bijvoorbeeld
dat geluk mild is en duurzaam
iets als een zuiderlijk klimaat
in plaats van blikseminslag
die levenslang gekoesterde
littekens achterlaat
314
Je bent niet dood
maar ach, we zullen je missen
Zoals een mens
de meest geliefde mist
De jaren van geluk
zijn nooit meer uit te wissen
en ons geloof
God heeft zich niet vergist
315
Samen hebben wij
je mogen bijstaan
in jou laatste levensdagen
Het was fijn
om dit voor je te mogen doen
Wij zullen je heel erg missen
316
En nu nog maar alleen
het lichaam los te laten
de liefste en de kinderen te laten gaan
alleen nog maar het sterke licht
het rode, zuivere van de late zon
te zien, te volgen en de eigen weg te gaan
Het werd, het was, het is gedaan
(M.Vasalis)
317
Je levenslust, je kracht en je liefde
maar vooral je lach
we zullen je ontzettend missen
318
Alles bedekt hij/zij
Alles gelooft hij/zij
Alles verdraagt hij/zij
De liefde vergaat nimmer
319
"Ik ben uniek"
Zie je de ritsen in mijn gezicht
De blinde vlekken op mijn hart?
Tranen van de tijd hebben dit aangericht
Gevormd it woord en beeld en door wie weet
Zo ben ik, mijn eigen raadsel en uniek.
Ik blijf lang, doodstil zitten en ik kijk naar buiten
320
Do not stand at my grave and weep
I am not there
I do not sleep…
I am the thousand winds that blow
I am the diamond glint on snow…
I am the sunlight on ripened grain
I am the gentle autumn's rain…
When you awake in the morning's hush
I am the swift uplifting rush
Of quiet birds in circling flight
I am the soft stars that shine at night…
Do not stand at my grave and cry
I am not there
I did not die…
by Esther
321
Sterren spiegelen
het donkere water
cirkels van licht
Stijgen op naar later
waar het stil is
naar daar
waar geen vragen zijn
maar alleen
de zachte waarheid
322
Opgewekt en zorgzaam
Nimmer klagend, altijd stil dragend
Moedig ging je door, steeds weer
Tot op het laatste moment
Het wilde niet meer...
323
Sporen in het zand
het tij dat keert
verdwenen voetstappen
blijvende herinneringen
324
Zwijgzaam
Stil en zonder vragen
wilde jij je ziekte dragen
Je vocht met al je levenskracht
voor elke nieuwe dag en nacht
Zo ben je langzaam,....moegestreden
uit ons midden weggegleden
En na een dappere maar ongelijke strijd
ben je nu uit je lijden bevrijd
325
Het laatste blad valt van een tak
er zal geen ieuw leven meer groeien
de tak sterft af, net als het blad
en nimmer zal hij meer bloeien
326
De dood is het doven van een kaars
omdat de dag is aangebroken
327
Nu loop ik met mijn vader/moeder langs de stadswal
zijn/haar woorden ruisen als populieren
de schemering treed in, voordat de nacht valt
donkerd in het weiland staan de dieren
328
Moeder zijn is alles geven
zorg en lijden, liefde en leven
Moeder zijn is alles derven
alles...en tevreden sterven
329
Een pad van een tuinman
gaat ook niet over rozen
Een traan en een lach
daar kan je niet van buiten
Maar bedenk goed, over 100 jaar
liggen we met z'n allen onder de kluiten
330
Ik vind geen woorden om het je te zeggen
hoe wij haar zullen missen, allemaal
Het diepst gevoel is moeilijk uit te leggen
het hart spreekt een niet uit te spreken taal
Dit sterven is zo moeilijk te verwerken
Haar/zijn leven was ons allen zoveel waard.
331
Beetje bij beetje moesten we elkaar verlaten
We konden niet zo goed meer met je praten
De stilte deed vaak pijn
Het kon niet meer zoals vroeger zijn
Maar, nu je voorgoed bent heengegaan
zeggen wij: Dank voor alles wat je hebt gedaan
332
Je probeerde altijd de vrede in huis te bewaren,
en toch nooit de Nobel-prijs gekregen.
Je was de beste kok,
en toch nooit 4 sterren gekregen.
Je was de beste actrice, zonder eigen emoties te tonen,
en toch nooit een Oscar gekregen.
Je was de beste moeder,
en toch voor ALTIJD een plek in ons hart gekregen.
333
Veel fijne herinneringen
verzachten de smart
Voorgoed uit ons midden
maar niet uit ons hart
334
Je wilde nog zo veel
maar je had niet meer de kracht
Je ziekte had je volkomen in zijn macht
Je was zo moe
je hebt je strijd gestreden
335
De sleeptros is gebroken
een sleep die te veel woog.
Dit keer heeft hij verloren
Nu was de zee te hoog
336
Welterusten lieve heertje
Welterusten lieve vrouwtje
Welterusten Engeltje zoet
die onze (naam) voor altijd bewaren moet
337
Het is moeilijk te aanvaarden,
dat je er niet meer bent.
Altijd stond je klaar,
voor ons en voor een ander
Altijd hartelijk en warm
Je hebt ons een mooi voorbeeld gegegeven
338
Wanneer ik morgen doodga
Vertel dan aan de bomen, hoeveel ik van je hield
Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt,
of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan een kind
dat jong genoeg is om te begrijp.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken
Vertel het de huizen van steen
vertel het aan de stad, hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens
Ze zouden je niet geloven
Ze zouden je niet willen geloven dat
allen maar een man alleen maar een vrouw
dat een mens een mens zo lief had als ik jou
339
Degene die ik lief heb verlaat ik
om degenen die ik lief had terug te vinden
340
Als de draad wordt doorgeknipt
voel je pas de diepte van verbonden zijn
Voel je pas de pijn van
verwond en alleen zijn.
341
een klein lief meisje
een klein lief meisje zag ik,
onder een kleine lamp,
haar lichtje scheen nog fel,
maar dat kleine lieve meisje was er niet meer
er stond een lief engeltje
die over haar zal waken midden in de
nacht midden op de dag
dat ene kleine meisje is mijn nichtje
ze is heen gegaan midden in de nacht
huilend van verdriet,
maar in vrede gestorven.
(Ilona van der Geest)
342
ik zag een lief meisje
huilend om haar vader
die zachtjes tegen haar zei
vaarwel mij kind
en hij liep zachtjes mee met de wind
zachtjes naar de sterren
die toen schenen van heel verre
(Ilona van der Geest)
343
Twee handen aan een ragdun touw
De dunne draad des levens
Daar had jij je aan vastgeklemd
Hopend, wachtend en onwetend
Hopend dat het goed zou gaan
Vechtend voor je leven
Onwetend dat de tand des tijds
Je touw had doorgevreten
Toen kwam je eind,
je touwtje brak
het einde van het bestaan
En toen ben je heel stilletjes, maar trots
je eigen weg gegaan....
344
Vrees niet: Ik laat je niet alleen
vertrouw op Mijn. Ik zal je dragen
Ik houd mijn vleugels uitgeslagen
en voer je door de wolken heen...
345
Intens verdrietig om wat niet meer is
en nooit meer zal zijn
Dankbaar voor wat was
en altijd zal blijven
346
Je wilde nog zoveel
maar had niet meer de kracht
Je ziekte had je volkomen in zijn macht
Je was moe, je hebt de strijd gestreden
Als je zorgen en verdriet
behoren nu toe aan 't verleden
347
Het liefste wat wij hebben bezeten
het toekomstbeeld van ons bestaan
vraag ons niet dat te vergeten
en gewoon weer verder te gaan
348
Een stoel blijft leeg
een stem blijft zwijgen
maar in mijn hart
zal je altijd blijven
349
Gisteren sprak ik je nog
zomaar even op het werk
vandaag ben je er niet meer
en morgen nemen we afscheid van je in de kerk
(P. van Hemert)
350
Als ik in de lucht kijk
dan ben jij daar ergens hier heel ver vandaan
ik zie de sterren glinsteren
en een van die sterren
weet van jou bestaan
nu 351
Zij volgt hem in zijn hemels spoor
Herenigd gaan ze door
Voorbij onze grens
Hun diepste wens
352
Als de dag is gekomen
dat er afscheid van je word genomen
Weet dan dat het geen afscheid is
maar dat het 'jij' is die ik nu mis...
(P.van Hemert)
353
Het afscheid gluurt al om een hoek
en dan opeens valt het doek
De stilte die dan ontstaat
als je ons verlaat
spreekt boekdelen voor ons allen
het zijn de mooiste herinneringen die je achterlaat.
(P. van Hemert)
354
Als de kaars wordt aangestoken
blaas je je laatste adem uit.
Zo werd de energie je je gegeven
Je had een prachtig, maar helaas te kort leven
(P. van Hemert)
355
Als de rozen op je kist worden gelegd
En er een 'onze vader' wordt opgezegd
Weten we dat er afscheid moet worden genomen
En de tranen zullen stromen.
De wijze lessen, ik dank u ervoor
Ik geef ze zeker aan mijn kinderen ook weer door....
(P.van Hemert)
356
Als tranen een trap konden bouwen
en herinneringen een brug
dan klommen we hoog de hemel in
en haalden we je gelijk weer terug
357
Na jaren van knokken
In een wereld vol pijn en verdriet.
Met vallen en opstaan
Het lukte je niet.
Toch weet ik dat jij in je jonge leven
Op jou manier alles hebt gegeven.
Lieve…… rust nu maar zacht.
En dan hoop ik dat het dit is wat jij hebt verwacht
(Carla Verhaar)
358
Als een bloem, zo is het leven
't Begin is teer en klein
De één die bloeit uitbundig
de ander geurt heel fijn
Sommige bloemen blijven lang
weer anderen blijven even
dat is nou het geheim van het leven....
359
Sterven op aarde
is geboren worden in de hemel
360
Een leven vol van arbeid, van liefde en verdriet
ik ging U hier verlaten treur om mijn heengaan niet
Ik ging niet naar de kerk, maar geloofde wel in God
heb gepoogd, hier goed te leven naar zijn
grootst gebod.
Het is de naastenliefde denk daar in Godsnaam aan
zij die dit eerlijk kunnen geven, kunnen rustig sterven gaan.
361
Wat werd mijn wereld wazig
Wat werd mijn wereld klein
Ik kan mij soms niet herinneren
Wie jullie allemaal zijn
Soms zie ik iets bekends
Of voel ik iets vertrouwds
Dan is het weer heel even
Net zoals vanouds