Hoe hoort het nu eigenlijk...?
Het is een mooie voorjaarsdag, de lucht is strak blauw en als je buiten staat voel je dat de zon al een beetje kracht krijgt. De wind is nog wat fris, maar dat is precies passend bij deze tijd van het jaar. Het schelle geluid van de kerkklokken klinkt hard boven het getjilp van de vogeltjes uit. De grote donkerbruine houten deur van de kerk gaat open en de stoet zet zich in beweging.
Vader is overleden, de rouwdienst was indrukwekkend. Het onvermijdelijke moment dat de familie zich begeeft naar de begraafplaats is aangebroken. Zes dragers begeleiden de uitvaartkist richting de glanzend zilvergrijze rouwauto en de familie loopt er stil achteraan. Het is een schril contrast, het mooie lenteweer tegenover de verdrietige gezichten van de zoons en hun kinderen.
Wanneer ook de familieleden in de auto’s hebben plaatsgenomen loop ik als uitvaartleider richting de rouwauto. Ik hou nog even stil, knik uit eerbied voor de overledene naast de auto en ga op mijn plaats staan, voor de stoet.
Gelukkig heeft de kerk een ruime parkeerplaats, het is dus niet al te moeilijk om de stoet te vormen denk ik nog…Maar nog voordat ik 1 stap de openbare weg op heb kunnen zetten, probeert één auto met wat belangstellenden zich tussen de rouwauto en de familie door uit de voeten te maken. Het bevreemd mij dat zij niet even konden wachten.
De stoet zet zich opnieuw in gang. Uitvaartleider lopend voorop, dan de rouwauto, gevolgd door 3 auto’s, allen voorzien van zwarte rouwvlaggen. Andere auto’s verlaten ook het parkeerterrein en sluiten aan in de stoet. Het mooie weer lokt uit tot autorijden met de raampjes open, je ziet het overal om je heen. Inmiddels ben ik hier wel een bekend gezicht in mijn hoedanigheid als uitvaartleider en soms vertaald zich dat op een wat, laat ik het netjes omschrijven, gênante manier. Een automobilist die de stoet tegemoet komt rijden lijkt mij het herkennen. Inderdaad hij herkent me en maakt dat goed duidelijk. Een flinke stoot op de claxon en een zwaaiende hand boven het open dak uit, in combinatie met een vriendelijke lach en bijbehorende joviale groet… Ach, het is waarschijnlijk goed bedoeld, maar in deze situatie…
Een kleine 50 meter verderop fietst een jonge vader met naast zich zijn zoontje van een jaar of 8. Wat schetst mijn verbazing, hij legt de hand op de schouder van zijn zoontje en samen stoppen ze. Ze stappen af en wachten rustig en stil tot de stoet voorbij is. Een mooi gebaar.
Nog voor we bij de brug zijn stap ik in de rouwauto en langzaam rijden we verder. Over de brug is een bushalte en staan verschillende mensen te wachten op de bus. Een groepje van 3 oudere dames staat geamuseerd te praten en lijken zich niet bewust van het verdriet dat aan hen voorbij trekt. Een oude heer gooit vlak voor de rouwauto nog snel even z’n sigarettenpeuk op straat en…en er staat een jonge jongen, ik schat niet ouder dan 20. Pet achterstevoren op z’n hoofd, stoer zwart jack open, het is immers voorjaar. Vlak voordat de rouwauto hem passeert kijkt hij mij recht in de ogen aan, haalt zijn pet van z’n hoofd, gaat rechtop staan en slaat een kruisje alvorens hij zijn hoofd buigt. De rouwautochauffeur en ik zijn het erover eens, dit is een ontroerend gebaar!
Gelukkig is het rustig op de weg, iets dat ook goed te merken is op de begraafplaats, weinig geruis van verkeer als we aan het graf staan. De kist daalt in het graf, er worden nog enkele woorden gesproken. De familie heeft aangegeven graag de begraafplaats als laatste te willen verlaten. Zo geef ik dat dus ook aan en ik vraag duidelijk of de belangstellenden eerst in stilte voorlangs het graf willen gaan voor een laatste persoonlijke groet. Zo’n 80 mensen zetten zich in beweging en schuifelen langs het open graf. Hier en daar vloeit een traan, mensen houden even stil bij het graf, de plek waar je je steeds weer bewust wordt en bent van de eindigheid van het leven.
Halverwege de rij lopen 4 oudere mannen, ik schat 70+, 1 van hen met rollator. Luid pratend schuifelen ook zij vooruit in de rij. “Heb je al gehoord dan Jan ook is geopereerd?” zegt de één tegen de anderen van het groepje. “Oh…Nou dat zal niet meevallen voor hem, als ie niet meer zelf z’n gangetje kan gaan en naar het vrouwtje moet gaan luisteren” Deze opmerking wordt met bijna bulderend gelach ontvangen.
Sorry….dit gaat me te ver. Ik loop naar de heren toe en spreek ze vermanend, doch op gedempte toon toe! Geagiteerd kijken ze me aan. Ze lijken niet te beseffen dat het wellicht respectvoller is dit soort conversaties te houden op een ander moment. Eén van de heren snauwt mij nog toe: “ Nou zeg ! ”.
Ik ben perplex.
In de media wordt nogal eens gesproken over het feit dat er nog maar zo weinig respect is. Het is dan veelal de oudere generatie die de jongeren verwijt niet te weten hoe het hoort. Vandaag kon ik het hiermee niet eens zijn.
Misschien dat een uitvaart, als je eenmaal op leeftijd komt, meer regelmaat dan uitzondering is, maar het verdriet rondom het afscheid nemen is voor de familie een éénmalig iets, immers je verliest je vader maar één keer. Zou het de oudere generatie ontgaan dat zij net zo goed met respect hiermee moeten omgaan?
Hoe hoort het nu eigenlijk? Het blijft moeilijk…maar ik hou hoop, want ik zag vandaag mooie gebaren, respectvol gedrag en medeleven vanuit de jongere generatie!
Dennis Keur
Vader is overleden, de rouwdienst was indrukwekkend. Het onvermijdelijke moment dat de familie zich begeeft naar de begraafplaats is aangebroken. Zes dragers begeleiden de uitvaartkist richting de glanzend zilvergrijze rouwauto en de familie loopt er stil achteraan. Het is een schril contrast, het mooie lenteweer tegenover de verdrietige gezichten van de zoons en hun kinderen.
Wanneer ook de familieleden in de auto’s hebben plaatsgenomen loop ik als uitvaartleider richting de rouwauto. Ik hou nog even stil, knik uit eerbied voor de overledene naast de auto en ga op mijn plaats staan, voor de stoet.
Gelukkig heeft de kerk een ruime parkeerplaats, het is dus niet al te moeilijk om de stoet te vormen denk ik nog…Maar nog voordat ik 1 stap de openbare weg op heb kunnen zetten, probeert één auto met wat belangstellenden zich tussen de rouwauto en de familie door uit de voeten te maken. Het bevreemd mij dat zij niet even konden wachten.
De stoet zet zich opnieuw in gang. Uitvaartleider lopend voorop, dan de rouwauto, gevolgd door 3 auto’s, allen voorzien van zwarte rouwvlaggen. Andere auto’s verlaten ook het parkeerterrein en sluiten aan in de stoet. Het mooie weer lokt uit tot autorijden met de raampjes open, je ziet het overal om je heen. Inmiddels ben ik hier wel een bekend gezicht in mijn hoedanigheid als uitvaartleider en soms vertaald zich dat op een wat, laat ik het netjes omschrijven, gênante manier. Een automobilist die de stoet tegemoet komt rijden lijkt mij het herkennen. Inderdaad hij herkent me en maakt dat goed duidelijk. Een flinke stoot op de claxon en een zwaaiende hand boven het open dak uit, in combinatie met een vriendelijke lach en bijbehorende joviale groet… Ach, het is waarschijnlijk goed bedoeld, maar in deze situatie…
Een kleine 50 meter verderop fietst een jonge vader met naast zich zijn zoontje van een jaar of 8. Wat schetst mijn verbazing, hij legt de hand op de schouder van zijn zoontje en samen stoppen ze. Ze stappen af en wachten rustig en stil tot de stoet voorbij is. Een mooi gebaar.
Nog voor we bij de brug zijn stap ik in de rouwauto en langzaam rijden we verder. Over de brug is een bushalte en staan verschillende mensen te wachten op de bus. Een groepje van 3 oudere dames staat geamuseerd te praten en lijken zich niet bewust van het verdriet dat aan hen voorbij trekt. Een oude heer gooit vlak voor de rouwauto nog snel even z’n sigarettenpeuk op straat en…en er staat een jonge jongen, ik schat niet ouder dan 20. Pet achterstevoren op z’n hoofd, stoer zwart jack open, het is immers voorjaar. Vlak voordat de rouwauto hem passeert kijkt hij mij recht in de ogen aan, haalt zijn pet van z’n hoofd, gaat rechtop staan en slaat een kruisje alvorens hij zijn hoofd buigt. De rouwautochauffeur en ik zijn het erover eens, dit is een ontroerend gebaar!
Gelukkig is het rustig op de weg, iets dat ook goed te merken is op de begraafplaats, weinig geruis van verkeer als we aan het graf staan. De kist daalt in het graf, er worden nog enkele woorden gesproken. De familie heeft aangegeven graag de begraafplaats als laatste te willen verlaten. Zo geef ik dat dus ook aan en ik vraag duidelijk of de belangstellenden eerst in stilte voorlangs het graf willen gaan voor een laatste persoonlijke groet. Zo’n 80 mensen zetten zich in beweging en schuifelen langs het open graf. Hier en daar vloeit een traan, mensen houden even stil bij het graf, de plek waar je je steeds weer bewust wordt en bent van de eindigheid van het leven.
Halverwege de rij lopen 4 oudere mannen, ik schat 70+, 1 van hen met rollator. Luid pratend schuifelen ook zij vooruit in de rij. “Heb je al gehoord dan Jan ook is geopereerd?” zegt de één tegen de anderen van het groepje. “Oh…Nou dat zal niet meevallen voor hem, als ie niet meer zelf z’n gangetje kan gaan en naar het vrouwtje moet gaan luisteren” Deze opmerking wordt met bijna bulderend gelach ontvangen.
Sorry….dit gaat me te ver. Ik loop naar de heren toe en spreek ze vermanend, doch op gedempte toon toe! Geagiteerd kijken ze me aan. Ze lijken niet te beseffen dat het wellicht respectvoller is dit soort conversaties te houden op een ander moment. Eén van de heren snauwt mij nog toe: “ Nou zeg ! ”.
Ik ben perplex.
In de media wordt nogal eens gesproken over het feit dat er nog maar zo weinig respect is. Het is dan veelal de oudere generatie die de jongeren verwijt niet te weten hoe het hoort. Vandaag kon ik het hiermee niet eens zijn.
Misschien dat een uitvaart, als je eenmaal op leeftijd komt, meer regelmaat dan uitzondering is, maar het verdriet rondom het afscheid nemen is voor de familie een éénmalig iets, immers je verliest je vader maar één keer. Zou het de oudere generatie ontgaan dat zij net zo goed met respect hiermee moeten omgaan?
Hoe hoort het nu eigenlijk? Het blijft moeilijk…maar ik hou hoop, want ik zag vandaag mooie gebaren, respectvol gedrag en medeleven vanuit de jongere generatie!
Dennis Keur